Normal_diploma
De KNAW kent dit jaar de Prijs Akademiehoogleraren toe aan biologisch psychologe Dorret Boomsma (VU) en organisch chemicus Bert Meijer (TU/e). Beide wetenschappers ontvangen een miljoen euro, te besteden aan een door henzelf te kiezen wetenschappelijk doel.
 
Elk jaar krijgen twee onderzoekers de Prijs Akademiehoogleraren toegekend: één onderzoeker uit de sociale of geesteswetenschappen en één onderzoeker uit de natuurwetenschappen, de technische wetenschappen of de levenswetenschappen. De prijs bekroont het oeuvre van onderzoekers tussen de 54 en 59 jaar oud die hebben bewezen binnen hun vakgebied te behoren tot de wereldtop. De twee winnaars zijn geselecteerd door een internationale jury die werd samengesteld door de KNAW. De prijzen worden op 26 juni aanstaande uitgereikt in het Amsterdamse Trippenhuis, de thuisbasis van de KNAW.

Dorret Boomsma
Prof. dr. D.I. Boomsma (56) is hoogleraar Biologische Psychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Zij dankt haar reputatie mede aan in 1987 door haar opgezette Nederlandse Tweelingen Register, een internationaal vooraanstaand bestand met gegevens van inmiddels meer dan 50 duizend tweelingen en meer dan 50 duizend familieleden. Veel van hen hebben ook DNA-, bloed- of urinemonsters afgestaan. Daarmee is het een van de grootste en belangrijkste tweelingenregisters wereldwijd.
 
Boomsma is sinds 2001 lid van de KNAW. In 2001 kreeg ze de Spinozapremie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. In 2008 kreeg Boomsma een ‘advanced grant’ van de European Research Council voor erfelijk onderzoek naar geestesziekten. Ook kreeg ze de James Shield Award van de International Twin Society, de Dr. Hendrik Muller Prize for Behavioural and Social Sciences en de KNAW-Merianprijs. Ze is (co)auteur van veelgeciteerde artikelen in onder meer Science en Nature.
 
Bert Meijer
Prof. dr. E.W. Meijer (59) is hoogleraar Organische Chemie aan de Technische Universiteit Eindhoven. Hij is toonaangevend in de wereld op het gebied van ‘supramoleculaire polymeren’ – nieuwe biologische materialen met bijzondere eigenschappen. Klassieke polymeren, zoals nylon, bestaan uit kleine moleculen aaneengesmeed door sterke chemische verbindingen. Ze zijn geschikt voor bijvoorbeeld ijzersterke vezels. Bert Meijer ontwikkelde heel andere soorten polymeren, bestaand uit grote moleculen met onderling relatief zwakke verbindingen. Het zijn nieuwe materialen met innovatieve toepassingen.
 
Meijer begon zijn carrière als onderzoeker bij Philips en DSM en stapte in 1991 over naar de Technische Universiteit Eindhoven. Hij hield zich bezig met dendrimeren (sponzige bioplastics van vertakte moleculen) en hield zich daarna bezig met ‘supramoleculaire zelfassemblerende polymeren.’
Daarnaast richt Meijer zich binnen het Instituut voor Complexe Systemen en Moleculen (ICMS) van de TU/e op moleculaire zelfassemblage, een relatief nieuw wetenschapsterrein met de levende natuur als inspiratiebron.
 
Meijer draagt met zijn originele en innovatieve onderzoek veel bij aan de fundamentele wetenschap. Door zijn ervaring in het bedrijfsleven is hij ook gepassioneerd in het ontwikkelen van toepassingen. Zijn werk leidde tot innovatieve start-up-bedrijven en tot grote investeringen van multinationals.
Meijer publiceert regelmatig in Science en Nature en andere wereldwijd vooraanstaande tijdschriften. Zijn werk is al tienduizenden keren aangehaald. Sinds 2003 is hij lid van de KNAW. Hij is erelid van de Chemical Research Society van India en buitengewoon lid van de Deutsche Akademie der Technikwissenschaften.
 
In 2001 kreeg Meijer de Spinozapremie van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek; in 2010 een Advanced Grant van de European Research Council. Hij ontving daarnaast onder meer de Wheland Award van de Universiteit van Chicago en de Arthur C. Cope Scholar Award van de American Chemical Society.