Normal_dorine_linkedin_1

‘Als alle peuters minstens twee dagdelen per week een voorschoolse voorziening bezoeken, dan starten kinderen met gelijke kansen op de basisschool’ aldus de VNG in een brief aan de ministers Asscher en Dekker. Het VNG-peuterscenario beoogt herstructurering van het versnipperde stelsel van voorschoolse voorzieningen en efficiënte controle op de kwaliteit. Maar garandeert dit voorstel schoolsucces?

Door Dorine Verheijden-Lels

Of de onderwijskansen van kinderen inderdaad vergroten als de structuur van het aanbod verandert is onzeker. Meestal betekent structuurwijziging oeverloos vergaderen en het uit het oog verliezen van de redenen waarom het allemaal nodig was. De positieve energie om de kinderen het beste te bieden verdampt bij leerkrachten in onzekerheid over de eigen toekomst en die van de organisatie. Het peuterscenario suggereert ook dat het achterblijvende schoolsucces van kinderen te wijten is aan onvoldoende kwaliteit in de opvang. De afgelopen decennia zijn er miljarden gespendeerd aan nieuwe onderwijsmethoden om voor kinderen kansen te creëren. Doelgroepkinderen krijgen vier dagdelen per week veel aandacht van getrainde leidsters en leerkrachten. De kinderopvang wordt zelfs ‘glossy’ aan de man gebracht om alle kinderen binnen te halen. Kennelijk levert dat niet op wat ervan wordt verwacht. Waarom blijven de resultaten toch zo mager? Het antwoord is eenvoudig. Kinderen, zeker peuters, leren meer in de eigen omgeving dan op school. Sinds 2002 weten we, middels onderzoek van Leseman, dat alle VVE programma’s alleen dan effect hebben als ze gericht zijn op kinderen én ouders. 
 

Taalstimulering thuis vergroot onderwijskansen van peuters
Taalachterstand, onderwijsachterstand, laaggeletterdheid en opleidingsniveau van ouders; het hangt allemaal samen. Taal ontwikkelt zich in het gesprek van alledag. Maar dagelijkse gesprekken tussen ouder en kind staan onder druk. Geen tijd, geen aandacht, niet weten waarom, telefoon, televisie; ze staan de wisselwerking thuis in de weg.  Ouders enthousiast maken om gesprekken te voeren met aandacht voor hun kind versterkt de taalontwikkeling van peuters en dat is effectiever dan stelselwijzigingen en kwaliteitscontroles. Maar hoe krijg je dat voor elkaar? 
 
Door van gedachten te wisselen met ouders over hoe dat op een manier kan die past bij hun ideeën over opvoeding. Door ze bewust te maken van hun belangrijke rol in het proces van taalstimulering. Dat kan bijvoorbeeld aan de hand van de films van TOLK voor taalontwikkeling!. Door beantwoording van kijkvragen bij de films formuleren ouders zelf hoe ze aan de slag kunnen gaan. Zij ontdekken, al formulerend, hoe zij in gesprek kunnen gaan met hun kind over alles wat zij samen dagelijks doen. Gesprekken voeren als je toch bezig bent kost geen tijd. Waarover je praat, welke woorden je gebruikt, welke taal, het doet er niet toe als je maar praat. Taalstimulering thuis levert meer op dan een slag in de lucht slaan met (de zoveelste) structuurwijziging van het voorzieningennet of meer controle op de les. Onderwijskansen creëer je niet door wijzigingen in de vorm van het aanbod, maar door verandering van de inhoud.  Het is mooi meegenomen dat een dergelijke aanpak een habbekrats kost in vergelijking met het VNG voorstel.

Meer weten? Lees hier een artikel over het voorstel van de VNG. 

© Nationale Onderwijsgids / Dorine Verheijden - Lels