Gemeenten en GGD’en voeren toezicht en handhaving in de kinderopvang steeds beter uit. Afgelopen jaar voerden nog slechts 5 gemeenten hun taken onvoldoende uit, waardoor ze een B-status hadden. Bovendien voldoet een steeds groter deel van de kinderopvangvoorzieningen aan de kwaliteitseisen. Dit blijkt uit het Landelijk Rapport gemeentelijk toezicht kinderopvang 2017 dat op 8 november 2018 aan de Tweede Kamer is aangeboden. Dit meldt de Onderwijsinspectie.
NOG
Uitvoering toezicht en handhaving in de kinderopvang steeds beter
-De inspectie ziet wel ruimte voor verbetering. Het toezicht is soms te voorspelbaar, nieuwe of aangescherpte wet- en regelgeving wordt niet altijd getoetst en de handhavingsstrategie en informatieverstrekking past niet altijd bij de situatie. Om dit te verbeteren, is een volgende stap in de ontwikkeling de invoering van een gemeentelijk toezichtplan. Hierin zet de gemeente uiteen hoe zij de kwaliteit van de kinderopvangvoorzieningen waarborgt en stimuleert.
Het valt de inspectie op dat er veel regionale en gemeentelijke verschillen zijn in het toezicht en de handhaving op de kinderopvang. De inspectie vindt dat de onderzoeken bij voorzieningen voor opvang bij gastouders altijd onaangekondigd zouden moeten zijn. Ook zijn er aanzienlijke verschillen in het percentage voorzieningen waarvoor gemeenten een handhavingsadvies krijgen van de toezichthouder van de GGD en in de keuzes die zij maken in de handhaving.
Ongeveer de helft van alle kinderdagverblijven en peuterspeelzalen ontving in 2017 subsidie van de gemeente voor het bieden van voorschoolse educatie. Op het moment van de subsidietoekenning, voldeed een op de vijf van die voorzieningen niet aan de wettelijke voorwaarden. Veel gemeenten hebben binnen hun beleid niet de optie opgenomen om de subsidie stop te zetten wanneer er tekortkomingen zijn op de kwaliteitseisen. Zij hebben meestal voldoende vertrouwen in de voorzieningen of ze vinden dat de subsidie juist nodig is om de voorschoolse educatie goed te implementeren.
Wanneer er herhaaldelijk tekortkomingen worden geconstateerd bij een kinderopvangvoorziening, kiezen gemeenten binnen hun handhavingsbeleid vaak voor een zwaardere vorm van handhaving. Dit hoeft niet altijd het juiste instrument te zijn om tot een verbetering te komen. Vooral als er sprake is van onvermogen bij de houder of de leidinggevende. De gemeente kan dan beter inzetten op een combinatie van het verstrekken van informatie, een dialoog met de houder en handhaving die toegesneden is op de situatie.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids