Pensioenfondsen krijgen langer de tijd om aan dekkingsgraad te voldoen

Pensioenfondsen hoeven komend jaar hun pensioenen niet te korten bij een dekkingsgraad van 90 procent of hoger in plaats van de wettelijke 104 procent. Dat schrijft minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag aan de Tweede Kamer. In deze brief beschrijft Koolmees ook welke regels hij voorstelt voor de overgang van het bestaande naar het nieuwe pensioenstelsel (het transitie FTK - financieel toetsingskader) in het wetsvoorstel dat vandaag in consultatie gaat. Dit meldt de Rijksoverheid.

De huidige situatie met de uitbraak van het coronavirus maakt het voor pensioenfondsen moeilijk te voldoen aan de wettelijke eis van een dekkingsgraad van 104 procent. Gezien deze uitzonderlijke situatie vindt minister Koolmees het verantwoord pensioenfondsen langer de tijd te geven aan deze eis te voldoen.

Transitie FTK

Om de overgang van het oude naar het nieuwe stelsel transparant en geleidelijk te laten verlopen, is voor de overgangsperiode (van 2022 tot 2026) een ingroei-pad beschreven: het transitie-FTK. Uitgangspunt is dat met de blik van het nieuwe stelsel naar de overgangsperiode wordt gekeken. Dit garandeert een verantwoorde, uitlegbare en evenwichtige overstap naar het nieuwe stelsel. Voor deze overgangsperiode wordt een minimale dekkingsgraad voorgesteld van 90 procent, waarbij fondsen moeten toegroeien naar een dekkingsgraad van minimaal 95 procent. Zo wordt voorkomen dat deelnemers en gepensioneerden in de overgangsperiode te maken krijgen met kortingen die ze in het nieuwe stelsel niet zouden hebben gehad.

Door: Nationale Onderwijsgids