Normal_werk__werken__arbeidsmarkt

Van de groep die in 2015 niet actief was op de arbeidsmarkt, noemde 16 procent het volgen van een opleiding als belangrijkste reden om niet aan het werk te gaan. Het gaat om ruim 600 duizend van de 3,8 miljoen 15- tot 75-jarigen die niet tot de beroepsbevolking behoren. Van degenen die toetreden tot de arbeidsmarkt is wel bijna de helft afkomstig uit die betrekkelijk kleine groep. Dit meldt CBS. 

CBS onderzoekt al langer de redenen waarom mensen niet actief zijn op de arbeidsmarkt. Het kan daarbij onder meer gaan om ziekte, arbeidsongeschiktheid, ouderdom of gebrek aan resultaat. 
Nu is gekeken naar een verband tussen de genoemde motieven en de toestroom naar de arbeidsmarkt een kwartaal later. Hieruit blijkt dat in 2015 het grootste deel van de toestroom (47 procent) kwam van mensen die een opleiding volgden en dat eerder als reden opgaven om niet aan het werk te gaan. De kleinste groepen in de toestroom vormen degenen die ouderdom of ziekte/arbeidsongeschiktheid als reden opgaven: respectievelijk 3 en 9 procent van alle instromers.

Als iemand op de arbeidsmarkt komt, wil dat overigens niet zeggen dat hij of zij betaald werk vindt. Ook iemand die werkloos is, dat wil zeggen op zoek is naar werk en op korte termijn kan starten, wordt meegeteld als deelnemer op de arbeidsmarkt. In 2015 kwamen 70 duizend personen als werkloze de arbeidsmarkt op. Bij degenen die werk vonden, ging het veelal om deeltijdbanen. Ruim 8 op de 10 baanvinders omschreef zich nog steeds als scholier of student. Het gaat hier dus vooral om bijbanen.
Ook bij de uitstroom is het volgen van een opleiding de belangrijkste reden om niet (meer) te werken. Daarnaast vormen ouderdom en ziekte of arbeidsongeschiktheid relatief vaak redenen om de arbeidsmarkt te verlaten.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids