Normal_examen_multiple_choice

De meeste scholen in het voortgezet onderwijs nemen eindexamens op een zorgvuldige manier af. Maar ook dit jaar was er voor de Inspectie van het Onderwijs aanleiding om gemaakte examens ongeldig te verklaren. En dat had in sommige gevallen voorkomen kunnen worden als scholen zorgvuldiger waren geweest. Uit de inventarisatie van de onregelmatigheden die de afgelopen examenperiode bij de inspectie zijn gemeld blijkt dat de Inspectie in de afgelopen eindexamenperiode van 850 leerlingen een examen geheel of gedeeltelijk ongeldig heeft verklaard. Dat meldt de Onderwijsinspectie. 

Soms ligt de oorzaak voor het ongeldig verklaren buiten de invloedsfeer van een school. Dan gaat het bijvoorbeeld om een stroomstoring of het onwel worden van een leerling. Maar steeds vaker is een deel ook te wijten aan slordigheden van scholen zelf. Daarbij valt te denken aan het niet voorlezen van een erratum, verkeerde hulpmiddelen, slechte ICT-voorzieningen, slechte exameninstructie of onrust in de examenzaal. Inspecteur-generaal Monique Vogelzang: “Natuurlijk, overal waar gewerkt wordt gaan soms dingen mis. En gelukkig verloopt de examenafname in de meeste gevallen probleemloos. Maar scholen die onvoldoende zorgvuldig zijn geweest, moeten daarop worden aangesproken.”

Die leerlingen die het betrof kregen de gelegenheid het examen opnieuw te maken. In 2014 ging het nog om 1690 leerlingen waarvan 1133 gedupeerd werden door een softwarefout in een digitaal examen. Er waren dit examenjaar vier meldingen van een redelijk vermoeden van een onregelmatigheid door toedoen van een personeelslid. Uiteindelijk is dat voor één personeelslid ook vastgesteld en moest voor zeven leerlingen het werk ongeldig worden verklaard. In 2014 lagen deze cijfers nog hoger: er waren toen acht meldingen. Bij zes daarvan kon toen worden vastgesteld dat er daadwerkelijk sprake was van een onregelmatigheid. Dat betrof het werk van 124 leerlingen.

© Nationale Onderwijsgids