Normal_copyright_stockfreeimages_klas_frustratie_les_school_leerling

Steeds vaker doorlopen kinderen versneld de basisschool. Deze snelle leerlingen stromen vervolgens vaker door naar de havo of het vwo. Dit blijkt uit een analyse op de nieuwe website onderwijsincijfers.nl van het ministerie van Onderwijs, het CBS en de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Maar aan het versnellen zit ook een keerzijde. Kinderen die minder dan acht jaar over de basisschool doen, blijven op de middelbare school vaker een klas zitten. Dit meldt Telegraaf.

Uit de cijfers komt een opvallend verschil naar voren tussen zogenoemde 'herfstkinderen' en andere kinderen. Herfstkinderen zijn tussen 1 oktober en 31 december geboren en zijn vaak vroege leerlingen omdat ze al na minder dan twee jaar van de kleuterklas overgaan naar groep 3. Beide groepen stromen in het voortgezet onderwijs vooral in op havo en vwo. Maar de groep 'niet-herfstkinderen' onder de versnellers, zo'n 15 procent, blijft vervolgens vaker zitten. Ook is de kans groter dat ze de middelbare school uiteindelijk verlaten zonder diploma.

Voor deze laatste groep was versnelling mogelijk niet voldoende. “Ons basisonderwijs is gericht op de gemiddelde leerling, met extra aandacht voor de zwakkere leerlingen”, legt onderwijskundige Casper Hulshof van de Universiteit Utrecht uit. “Voor de leerling die méér kan is er nu vaak geen speciaal of aangepast onderwijs, maar wordt gekozen voor versnelling, door bijvoorbeeld lesstof over te slaan. In het middelbaar onderwijs is het daarna weer terug naar af. Ik vermoed dat daaruit veel van de problemen zoals zittenblijven en geen diploma halen uit voortkomen”.

Ook de onderzoekers van onderwijsincijfers.nl vermoeden een gebrek aan uitdaging bij deze groep. Een oplossing zou kunnen zijn om deze kinderen nog een klas te laten overslaan zodat de lesstof voldoende uitdagend blijft en kinderen niet gaan onderpresteren.

In 2011 gingen ruim 105.000 leerlingen voor hun twaalfde al naar de middelbare school. In het afgelopen schooljaar waren dat er 140.000, een toename van 7 naar 10 procent. Daarbij zijn het vaker meisjes (11 procent) dan jongens (9 procent) die versneld over de basisschool doen.

© Nationale Onderwijsgids