Normal_normal_baan_vacature_werkloo5s3456

De werkloosheid onder laagopgeleide niet-onderwijsvolgende jongeren is hoger dan onder middelbaar- en hoogopgeleide leeftijdsgenoten. In het tweede kwartaal van 2015 was bijna één op de vijf van deze groep laagopgeleide jongeren werkloos. Dat zijn er 26 duizend oftewel 45 procent van alle werkloze schoolverlaters. Het aandeel jongeren dat werkloos was met een middelbare opleiding bedroeg 6 procent en bij hoogopgeleiden 4 procent. Het gaat hier om achtereenvolgens 21 duizend en 8 duizend jongeren. Dat blijkt uit de meest recente cijfers van CBS.

De recente daling in de werkloosheid deed zich voor bij de middelbaar- en hoogopgeleide jongeren. Onder laagopgeleiden nam de werkloosheid juist toe. In het tweede kwartaal van 2015 waren er minder werkloze jongeren die geen onderwijs volgen dan een jaar eerder. De werkloosheid onder deze jongeren (van 15 tot 27 jaar) was 8,2 procent tegen 9,9 procent een jaar eerder.

In het tweede kwartaal waren er meer jongeren met een betaalde baan dan in dezelfde periode in 2014. Er waren 629 duizend niet-onderwijsvolgende jongeren aan het werk wat 21 duizend meer is dan een jaar eerder. Het aantal laagopgeleide jongeren dat werkte kwam uit op110 duizend, vrijwel net zoveel als een jaar eerder. Van de middelbaar opgeleide jongeren werkten er 328 duizend en bij de hoogopgeleiden waren dit er 185 duizend. Voor beide groepen waren dit er respectievelijk 11 en 12 duizend meer dan het jaar ervoor.

Bij aanvang van de economische crisis in 2008 was minder dan één op de tien laagopgeleide schoolverlaters werkloos. Bij middelbaar- en hoogopgeleide schoolverlaters 4,2 en 1,9 procent. Sinds 2009 is de werkloosheid onder laagopgeleide schoolverlaters meer gestegen dan bij jongeren met een hoger onderwijsniveau.

© Nationale Onderwijsgids