Winnaars Spinozapremie, vernoemd naar de Nederlandse filosoof Spinoza, verzetten zich tegen wetenschapsvisie OCW

69 van de onderzoekers die ooit Nederlands hoogste wetenschappelijke onderscheiding, de Spinozapremie, hebben gekregen, uiten hun zorgen over het subsidiebeleid van de overheid. In een brandbrief keren zij zich tegen de nieuwe wetenschapsvisie van minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker van Onderwijs. De beleidsmaker stelden voor dat het overheidsinstituut voor wetenschappelijke subsidies, de NWO, volgens een Nationale Wetenschapsagenda gaat werken. Dit meldt NRC Handelsblad.

In dat geval krijgen ook werkgevers, maatschappelijke organisaties en universiteiten een stem in het toewijzen van subsidies aan wetenschappers. Dit plan zal de kwaliteit en het gezag van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) alleen maar ondermijnen, schrijven de Spinoza-wetenschappers. Zij vrezen dat het bedrijfsleven een te grote invloed zal krijgen op het wetenschappelijk onderzoek in ons land.

In de brief schrijven de wetenschappers dat ze de “goede voornemens”van het ministerie van Onderwijs kunnen waarderen maar deze intenties zullen “schipbreuk leiden als deze niet worden gerealiseerd en gedragen door erkende vertegenwoordigers van de wetenschap zelf”. De wetenschappers begrijpen dat de organisatie van de NWO flexibeler moet. “Maar ons is geen enkel succesvol organisatiemodel bekend in landen met hoogwaardige wetenschap waarin het principe van clustering van wetenschappelijke deelgebieden volledig is losgelaten.

Jaarlijks investeert de NWO een half miljard euro aan overheidsgeld in onderzoek. Het geld wordt verdeeld onder wetenschappers op basis van de voorstellen die zij indienen. De Spinozapremie wordt jaarlijks aan maximaal vier wetenschappers toegekend en behelst een bedrag van ongeveer 2,5 miljoen euro dat geheel naar eigen inzicht aan nieuw onderzoek besteed mag worden.

De volledige brief van de wetenschappers is hier te lezen (.pdf download).

© Nationale Onderwijsgids