Normal_muis_rat_dierproef_laboratorium_wetenschap_onderzoek

(Novum) - Door de verplichte publicatie van ruwe data die bij dierproeven worden verzameld kan proefdiergebruik en onnodig werk mogelijk worden voorkomen. Dat stelt onderzoeker Martijn Nawijn bij het Universitair Medisch Centrum Groningen donderdag.

De Partij voor de Dieren pleit al langer voor een databank met onderzoeken waar sprake was van dierproeven. "Dat gaat een waardevolle databank zijn, maar ik denk dat het goed zou zijn om een stapje verder te gaan", zegt Nawijn.

In de databank die de PvdD wenst komen namelijk alleen gepubliceerde artikelen te staan. "Maar onderzoeken die geen resultaat opleveren worden nu juist vaak niet gepubliceerd en dat zijn nou net de onderzoeken die je niet nog eens wil doen", zegt Nawijn.

Daarom moeten onderzoekers volgens hem worden verplicht na afloop van het onderzoek de gegevens te verzamelen en door te sturen. "Een deel van de gegevens moet nu toch al verzameld worden voor instanties die het dierenwelzijn in de gaten houden."

"Daarnaast vragen wetenschappelijke tijdschriften ook steeds vaker om ook de ruwe onderzoeksdata beschikbaar te stellen", vervolgt de onderzoeker. "Als je nu de onderzoeksgegevens van uitgevoerde dierproeven beschikbaar stelt, ook wanneer de resultaten niet worden gepubliceerd, kan herhaling van dierproeven met negatieve resultaten worden voorkomen. Je zou dus gemakkelijk een systeem kunnen optuigen waar wat meer gegevens in staan, ook van niet-gepubliceerde onderzoeken."

Nawijn stelt dat het wel nodig is dat de instantie die deze gegevens gaat beheren deze gedurende een bepaalde periode na afloop van de dierproeven voor zichzelf houdt. "De onderzoeker heeft dan tijd een artikel te schrijven." Maar doet de onderzoeker niks met de resultaten, dan komen de gegevens na de deadline in een databank te staan. "Je kunt nog discussie voeren over de vraag of iedereen of alleen onderzoekers en instituten voor dierenwelzijn bij die gegevens moeten kunnen."

Zelf deed Nawijn zo'n drie jaar onderzoek naar de vraag waarom de ene persoon wel astma krijgt en de andere niet. Hiervoor gebruikte hij genetisch gemanipuleerde muizen. Bij deze muizen kunnen bepaalde genen die gevoeligheden veroorzaken worden aangezet.

Het onderzoek was gericht op de genen van de longen. Tijdens het onderzoek bleek echter dat ook genen van andere organen onbedoeld werden aangezet. "Ik heb op verschillende manieren geprobeerd dit probleem op te lossen, zonder succes", zegt Nawijn. Een deel van het onderzoek had hierdoor relatief weinig waarde.

Later pas sprak Nawijn collega's die hetzelfde hebben geprobeerd, eveneens zonder succes. Zij hadden hun resultaten echter niet gepubliceerd. "Hadden ze dat wel gedaan, dan had ik dit geweten en had ik mij kunnen richten op een onderzoeksaanpak die wellicht meer nuttige resultaten had gehad. Het is natuurlijk heel frustrerend dat ik hier zo lang mee bezig ben geweest. Een schrale troost is dat deze muizen geen ongerief hebben gehad van dit onderzoek."

Om herhaling te voorkomen, gaat Nawijn de resultaten nu publiceren met subsidie van ZonMw, dat sinds 2011 subsidie geeft om dierproeven zonder resultaat toch gepubliceerd te krijgen. De subsidie houdt in dat bijvoorbeeld een promovendus een maand langer kan aanblijven om de negatieve resultaten te verwerken tot een artikel.

Onderzoeken zonder resultaat worden normaliter zelden gepubliceerd. "De toptijdschriften accepteren artikelen over negatieve resultaten meestal niet. Als je een artikel schrijft, dan weet je dat het alleen in een relatief onbelangrijk tijdschrift kan verschijnen. Met als gevolg dat het artikel vaak niet eens geschreven wordt, want dat kost tijd, en geld", legt Nawijn uit.

Door de subsidie was het voor Nawijn toch mogelijk het onderzoek met negatieve resultaten om te zetten in een artikel. "Hierdoor is mijn proef niet voor niets geweest."

De vaststelling dat het onderzoek van Nawijn achteraf niet nodig was geweest kan als munitie dienen voor tegenstanders van dierproeven. Toch heeft Nawijn ervoor gekozen om in de openbaarheid te treden. "Het alternatief, de hele zaak onder het tapijt vegen, is veel schadelijker."