Het EEG-onderzoek Taal in het Kleuterbrein heeft bevestigd dat kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) meer tijd nodig hebben om te begrijpen wat iemand zegt. Mogelijk is er sprake van een achterstand in de ontwikkeling van hersenen van kinderen met TOS of van een afwijkende ontwikkeling. In beide gevallen is het van belang om door gepast en uitdagend taalaanbod kinderen maximaal te stimuleren, zo meldt Kentalis.
Voor het onderzoek zijn zowel kinderen met TOS als kinderen zonder taalproblemen onderzocht. De kleuters kregen kloppende en niet-kloppende zinnen te horen. De hersenactiviteit werd gemeten tijdens het luisteren met behulp van elektroden in een soort badmuts. Hierdoor kon zeer nauwkeurig bepaald worden hoe snel kinderen de betekenis ervan verwerken. De kinderen zonder taalproblemen konden al na 300 milliseconden na het horen van een woord de betekenis ervan verwerken. Bij kinderen met TOS duurde dit 580 milliseconden.
De onderzoekers werden verrast door de uitslag dat de resultaten van kinderen met TOS ook zijn gevonden bij kleuters met TOS die volgens de uitkomsten op taaltests alleen problemen zouden hebben met spreken, niet met het begrijpen van taal. De hersenen van de kinderen met stoornis zouden bij het begrijpen van zinnen trager reageren. Ook lijken er hierbij meer hersengebieden betrokken te zijn dan bij kinderen zonder taalproblemen. Bij de TOS-groep werd hersenactiviteit gemeten over een groter deel van de schedel bij het luisteren. Dit zou kunnen betekenen dat hun hersenen (nog) niet zo gespecialiseerd zijn. Het onderzoek Taal in het Kleuterbrein is een samenwerking tussen Kentalis Academie en de Raboud Universiteit.
© Nationale Onderwijsgids
