Normal_baan_vacature_werkloo5s3456

(Novum) - Met ruim zes werklozen per openstaande vacature heerste in het tweede kwartaal nog altijd geen feeststemming op de arbeidsmarkt. Toch zijn er factoren die duiden op een licht herstel. Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldde dat donderdag in een samenvatting van de stroom aan cijfers over de arbeidsmarkt.

Het aantal vacatures nam in het tweede kwartaal op jaarbasis toe met zeventienduizend, waardoor het aantal werklozen per vacature daalde. Een jaar geleden zaten per vacature nog zeven werklozen thuis. Maar het verschil met de periode voor de crisis is fors. In 2008 was er één vacature per werkloze.

Het aantal mensen zonder baan daalde in het tweede kwartaal met twaalfduizend tot 672 duizend. In de eerste maanden van het jaar was de werkloosheid nog toegenomen. Voor het eerst in vier jaar nam de werkloosheid af, terwijl de werkzame beroepsbevolking toenam.

Toch is er reden tot zorg. "De ernst van de werkloosheid is gegroeid in alle leeftijdscategorieën", zei hoofdeconoom bij het CBS Peter Hein van Mulligen in een toelichting. Dat komt doordat werklozen gemiddeld langer zonder werk zitten dan voorheen.

Veertig procent van alle werklozen zat minimaal een jaar zonder baan. In 2013 was dat nog 36 procent. Vooral 45-plussers bleven langer werkloos. In die leeftijdscategorie groeide het aantal werklozen zelfs. De categorie waar de werkloosheid het meest afnam was die van mannen tussen de 25 en 45 jaar.

Op de arbeidsmarkt is al een aantal kwartalen een verschuiving zichtbaar van vaste naar flexibele contracten, constateert het CBS verder. "Vooral onder dertigers is die trend te zien", aldus Van Mulligen. "Werkgevers geven steeds vaker de voorkeur aan tijdelijke contracten, wat ten koste gaat van het aantal vaste dienstverbanden."

De afnemende werkgelegenheid in de afgelopen jaren is daarom met name bij vaste contracten te zien. Het aantal werknemers met een tijdelijk contract blijft ongeveer gelijk en het aantal zzp'ers stijgt.

Er zijn overigens grote verschillen tussen sectoren waarneembaar. In de handel, vervoer en de horeca groeide de werkgelegenheid, terwijl in de bouw en de zorg veel banen verloren gingen. Door bezuinigingen verdwenen in een jaar tijd 25 duizend banen in de zorg, met name in de kinderopvang en de thuiszorg. Die sector kent volgens van Mulligen dan ook de grootste problemen.