Normal_copyright_stockfreeimages__overleg_studie_samenwerken_studenten

Jongens leren anders dan meisjes. Het is tijd dat scholen en beleidsmakers aan deze ongelijkheid tegemoet komen en hun onderwijsbenadering aanpassen. Dit meldt Trouw.

Dit blijkt uit onderzoek van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) en het Centrum Brein&Leren. Het onderwijs van tegenwoordig bestaat voor een groot deel uit zelfstandig werken, plannen en samenwerken. Voor meisjes is dit geen probleem. Zij lopen qua neuropsychologische ontwikkeling en hersenrijping voor op jongens. Jongens kunnen in zo'n leeromgeving echter een achterstand oplopen. Ze zijn gebaat bij de klassieke aanpak van begeleiding door een docent, die hen helpt bij het plannen en maken van opdrachten.  
 
Opleidingen zijn de laatste jaren veranderd. Communicatieve vaardigheden worden door veranderingen in de economie en op de arbeidsmarkt steeds belangrijker. Dit past bij meer vrouwelijke studenten dan bij mannen. “Nu opleidingen overgaan tot een strenge toetsing en selectie aan de poort kan dit ertoe leiden dat relatief veel talent onder jongens niet wordt benut", aldus de onderzoekers. Deze aanname komt overeen met conclusies van de Onderwijsinspectie dat hogescholen en universiteiten minder mannelijke studenten toelaten bij studies met een numerus fixus met extra eisen, zoals kennistoetsen, motivatiebrieven en persoonlijke gesprekken.
 
Volgens de onderzoekers moet er extra aandacht komt voor studenten die de nu vereiste sociale vaardigheden nog aan het ontwikkelen zijn. In apart onderwijs aan meisjes en jongens zien ze niets. Eerder zouden opleidingen meer recht moeten doen aan de verschillende leerbehoeften en interesses van allerlei typen leerlingen, jongens én meisjes.
 
De onderwijscommissie in de Tweede Kamer praat vandaag over 'De jongens tegen de meisjes', het wetenschappelijke onderzoek naar de verschillen in studiesucces.
 
© Nationale Onderwijsgids