Normal_copyright_stockfreeimages__overleg_studie_samenwerken_studenten

Bij de ontwikkeling van vaardigheden en competenties die kinderen nodig hebben bij competentiegericht onderwijs blijken jongens gemiddeld genomen achter te lopen op meiden. Dit heeft te maken met de ontwikkeling van neuropsychologische vaardigheden en rijping van de hersenen. Ook de sociale omgeving speelt hierbij een belangrijke rol. Dit blijkt uit onderzoek naar de verschillen in studiesucces tussen jongens en meisjes in mbo, hbo en wo. Dat meldt de Universiteit Maastricht.

Jongeren in het mbo, hbo en wo komen in leeromgevingen terecht (bijvoorbeeld competentiegericht onderwijs) waarvoor ze vaardigheden en competenties nodig hebben die ze op dat moment nog niet altijd hebben ontwikkeld. Deze vaardigheden en competenties - zoals motivatie, keuzegedrag, planning en prioritering – bepalen in belangrijke mate het studiesucces. Door de invoering van competentiegericht onderwijs in het mbo blijkt de achterstand van jongens te opzichte van meisjes vergroot.

De verschillen binnen de groep meisjes en binnen de groep jongens zijn echter groter dan tussen jongens en meisjes. Individuele verschillen in neuropsychologische ontwikkeling en leeromgeving zijn hier waarschijnlijk debet aan, denken de onderzoekers. Hoewel meisjes meer succesvol zijn in het onderwijs, blijkt die voorsprong niet als er gekeken wordt naar de scores op objectieve testen van algemene reken- en taalvaardigheden: daar zien de onderzoekers nauwelijks verschil, behalve bij de laagst opgeleiden. Dit suggereert dat de voorsprong van meisjes vooral komt door niet-cognitieve aspecten, zoals studiehouding en zelfstandigheid.

Het rapport doet de aanbeveling dat het onderwijs rekening moet houden met individuele verschillen in de ontwikkeling van jongens en meisjes. Het praktijkveld moet bewust worden gemaakt van het bestaan van de jongens-meisjes verschillen en het feit dat deze bepaald zijn door biologische, psychologische en sociaal-culturele factoren.

Een consortium bestaande uit het ROA (Researchcentum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt, Universiteit Maastricht), Centrum Brein & Leren (Vrije Universiteit) en CHEPS (Universiteit Twente) heeft het onderzoek uitgevoerd, in opdracht van het Ministerie van OCW.

© Nationale Onderwijsgids