Normal_kind__schommel__kov__po__buiten_spelen__blij__plezier

Directeuren van de Vensterscholen, de voorschoolse opvang, het Centrum voor Jeugd en Gezin en andere betrokken organisaties zijn tevreden over de Nieuwe Impuls Vensterscholen 2.0. Dit blijkt uit de eerste meting die de Hanzehogeschool afgelopen jaar deed. Dat meldt de gemeente Groningen.

Met de Nieuwe Impuls Vensterscholen komt de regie op de samenwerking binnen de Vensterscholen weer bij het basisonderwijs te liggen. Daarnaast is er extra aandacht voor vier onderwerpen: een omgeving waarin kinderen zich goed voelen en goed kunnen leren, geen stagnatie in de ontwikkeling van kinderen, ouderbetrokkenheid en zorg en ondersteuning. Met de meting onderzochten de deelnemers de resultaten, kansen en knelpunten bij deze vier onderwerpen.

Uit de meting blijkt dat de vensterschooldirecteuren en hun belangrijkste partners tevreden zijn over de werkwijze van de Nieuwe Impuls en de onderlinge samenwerking. De sfeer is goed en er gebeuren mooie dingen. Ook over de financiële ondersteuning van de gemeente zijn ze tevreden. Daarnaast biedt de Nieuwe Impuls mogelijkheden om te sturen op de ontwikkeling van de vensterschool. De vier bovengenoemde onderwerpen beoordelen ze als (ruim) voldoende. En ze zeggen die verder te willen ontwikkelen.

Tegelijkertijd zijn ze van mening dat er nu een ‘lappendeken’ bestaat en zien ze kansen om hier verbeteringen in aan te brengen. Zo is er een duidelijke wens tot meer verbinding met de WIJ-teams in de wijk en meer overstijgende samenwerking tussen instellingen. Verschillende vensterscholen streven naar een alomvattend kindcentrum. Structurele financiering ten slotte, moet zorgen voor tijd en rust, zodat er meer ruimte komt om resultaat- en planmatig te werken.

De onderzoekers doen naar aanleiding van de meting een aantal aanbevelingen. Ze raden aan om de verbinding tussen Vensterscholen en WIJ-teams tot stand te brengen, subsidies meer te bundelen en geld te koppelen aan maatschappelijke resultaten. In juni 2016 volgt een verdere meting naar de nieuwe impuls.

© Nationale Onderwijsgids