Normal_moeder_kind_baby3454

Voor het verhogen van de arbeidsparticipatie van werkende moeders zijn fiscale kortingen op langere termijn een efficiënter middel dan subsidies voor kinderopvang. Subsidies stimuleren de arbeidsparticipatie net als de fiscale prikkels, maar uiteindelijk zijn ze duurder voor de overheid omdat ze ook leiden tot een hoger geboortecijfer. Dat meldt Tilburg University.

Met het doel beter inzicht te krijgen in de manier waarop huishoudens (economische) beslissingen nemen, analyseerde Jan Kabátek van Tilburg University miljoenen gegevens van Nederlandse huishoudens tussen 2001 en 2009. Op grond daarvan ontwierp hij verschillende modellen voor de beslissing van moeders met jonge kinderen om al dan niet te gaan werken.

In de betreffende periode werden in Nederland aanzienlijke hervormingen doorgevoerd in subsidies voor kinderopvang en in fiscale prikkels, zoals de inkomensafhankelijke combinatiekorting en de arbeidskorting. De verschuiving richting fiscale prikkels werd sterk bekritiseerd, maar leidde niet tot een lagere arbeidsparticipatie door vrouwen. Wel vond er een grote verschuiving plaats van formele naar informele kinderopvang.

Volgens de gegevens van Kabátek werken met name op korte termijn subsidies en fiscale prikkels min of meer even goed, als het gaat om het politieke doel de participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt te vergroten. De verschillen in werking worden pas goed duidelijk in het meer dynamische beslissingsmodel dat de onderzoeker ontwierp. Daarin wordt ook rekening gehouden met langetermijneffecten van de verschillende financiële beleidsinstrumenten.

Voor de lange termijn zijn de fiscale kortingen dan veel kostenefficiënter, zo concludeert de Tilburgse econoom. Dat wordt enerzijds veroorzaakt door het positieve effect dat kinderopvangsubsidies hebben op het kindertal: er moet dan voor steeds meer kinderen subsidie worden gegeven en de kosten daarvan lopen uiteindelijk uit de hand. Fiscale kortingen daarentegen worden in de loop van de tijd steeds 'goedkoper'. De vrouwen die de arbeidsmarkt zijn opgegaan, krijgen een steeds betere positie op de arbeidsmarkt en een steeds hoger inkomen. De 'opbrengst' van die prikkels wordt dus steeds groter, terwijl de kosten ervan dan al hun plafond hebben bereikt. 

© Nationale Onderwijsgids