Normal_kind234525

De kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie (vve) in de 37 grootste gemeenten (G37) is verbeterd. Het taalniveau van pedagogisch medewerkers is verhoogd en er zijn meer hbo’ers, vve-plaatsen, schakelklassen en zomerscholen bij gekomen. Dit schrijft staatssecretaris Dekker (OCW) aan de Tweede Kamer op basis van stadsrapporten van de Onderwijsinspectie en voortgangsgesprekken met de 37 grootste gemeenten. Dit meldt de Rijksoverheid.

Omdat de kwaliteit van vve niet op orde was, zijn er in 2012 met alle G37-gemeenten – waar vve het meest geconcentreerd is - individuele afspraken gemaakt over kwaliteitsverbetering en capaciteitsuitbreiding van vve, schakelklassen en zomerscholen. In 2012-2015 ontvangen zij hiervoor 95 miljoen euro per jaar.
 
Staatssecretaris Dekker: “Het is goed nieuws dat de kwaliteit van vve in veel grote gemeenten flink is verbeterd. We liggen goed op koers en daar ben ik tevreden over. Maar we zijn er nog niet. Ouders moeten meer betrokken worden bij de ontwikkeling van hun kind en gemeenten die achterlopen moeten actief aan de slag. Het is daarom zaak om in 2015 door te zetten, verworvenheden vast te houden en resterende verbeterpunten aan te pakken. Alleen dan kunnen we jonge kinderen met een achterstand optimaal voorbereiden op hun schoolcarrière.”
 
Voor een betere kwaliteit van vve is coaching op de werkvloer en (kennis)uitwisseling tussen pedagogisch medewerkers op voorscholen en leerkrachten op de basisschool gewenst. Hbo-gekwalificeerde medewerkers kunnen hier een belangrijke rol in vervullen. Het aantal hbo’ers in de G37 is daarom de afgelopen jaren sterk uitgebreid. Streefdoel voor 2015 is 780 fte en daarvan zijn er in 2013-2014 al 684 gerealiseerd. Meer dan 2.100 voorschoolse groepen profiteren al van de inzet van hbo’ers als coach op de werkvloer.
 
Om voldoende vve-plaatsen voor doelgroepkinderen te hebben, is het aantal vve-plaatsen in de G37 toegenomen van 35.817 in 2011 naar 42.842 in 2014. Hiermee is het streefcijfer voor 2015 van 42.805 plaatsen al overtroffen. Naast voldoende plaatsen is het belangrijk dat kinderen die vve nodig hebben ook op die plaatsen terecht komen. De afgelopen jaren is deze toeleiding verbeterd: 36 van de 37 gemeenten scoren inmiddels voldoende of ruim voldoende.
 
Kinderen met een taalachterstand hebben een voorschoolse omgeving nodig die een rijke taal-, speel- en leeromgeving biedt. Met de G37 is daarom afgesproken dat in 2015 gemiddeld 90 procent van de pedagogische medewerkers in de vve-sector moet voldoen aan niveau 3F (havo- of mbo-4 niveau). In 2013-2014 zijn bijna alle 7.000 leidsters getoetst en ruim 4.600 leidsters hebben het gewenste niveau al bereikt (65%). De rest wordt op dit moment bijgeschoold.
 
Naast investeringen in vve, investeren veel gemeenten en scholen in extra leertijd voor leerlingen met een taalachterstand in het basisonderwijs: de schakelklassen en zomerscholen. In deze klassen worden taalachterstanden aangepakt zodat de leerlingen beter kunnen doorstromen naar het vervolgonderwijs. Met de G37 is afgesproken dat het aantal schakelklassen en zomerscholen sterk wordt uitgebreid van 525 naar 1.380 schakelklassen en 30 naar 220 zomerscholen in 2015. In 2014 zijn hiervan al 1.011 schakelklassen en andere vormen van verlengde leertijd en 214 zomerscholen gerealiseerd.  
 
© Nationale Onderwijsgids