Normal_kinderen_spelen23453

Kinderen hebben voor het aangaan van kindvriendschappen minimaal de keuze uit vijf kinderen nodig. Onderzoeks- en adviesbureau Vyvoj onderzocht aan welke voorwaarden educatieve voorzieningen moeten voldoen om voldoende gelegenheid te bieden voor de sociale ontwikkeling van kinderen. De kritische benedengrens voor groepsgrootte is 15 kinderen, aldus Vyvoj. 

Er zijn vijf factoren die de sociale ontwikkeling van kinderen beïnvloeden: het gezin, het eigen temperament, de sociale vergelijking, het sluiten van vriendschappen en de leerkracht-leerling relatie zijn. Voor twee van deze factoren, namelijk sociale vergelijking en het sluiten van vriendschappen, is een minimale groepsomvang en voldoende diversiteit nodig. Een kind moet minimaal een keuze kunnen maken uit vijf kinderen voor het aangaan van sociale relaties (vriendschappen), zo vond Vyvoj. 
 
25 procent van de leerlingen van kleine en middelgrote scholen geeft aan dat ze minder dan vijf vriendjes in de klas hebben. Een deel van de leerkrachten van kleine en middelgrote scholen vindt de mogelijkheden voor kindvriendschappen binnen de klas te beperkt. Uit navraag onder de leerkrachten komt naar voren dat de kritische benedengrens voor groepsgrootte 15 leerlingen in een combiklas van drie groepen is, aldus Vyvoj. Wanneer er minder leerlingen in een klas zitten is de kans kleiner dat leerlingen iemand treffen die als voorbeeld kan dienen. Ook kunnen kinderen in kleinere groepen niet experimenteren of zelf problemen oplossen omdat de leraren te veel zien. Wanneer twee jaarklassen in een groep gecombineerd worden dan is de kritische benedengrens van de groepsgrootte 10 a 11 kinderen. Wanneer kinderen geen vriendjes op school hebben dan zitten er, aldus 25 procent van de leraren, geen leeftijds- of sekse genootjes in hun klas. De helft van de leraren op kleine scholen en 21 procent van de leraren van middelgrote scholen geven aan dat er niet voor ieder kind andere kinderen in de klas aanwezig zijn waaraan ze zichzelf kunnen spiegelen. 
 
Het Vyvoj raad scholen aan om kinderen na school de mogelijkheid te bieden om samen te spelen door bijvoorbeeld samen te werken met buitenschoolse opvang. De leerkracht-leerling relatie is belangrijk voor de sociale ontwikkeling en dus moeten scholen ook focussen op de kwaliteit van leerkrachten. Ook ouders en professionals moeten er bewust van gemaakt worden hoe belangrijk kindvriendschappen zijn. Kinderen vinden het namelijk nog altijd het leukste om ‘met vriendjes of vriendinnetjes te spelen’. 
 
© Nationale Onderwijsgids