Logo_download__1_

De eerste zes maanden van 2015 stonden bol van het onderwijsnieuws. De Nationale Onderwijsgids heeft de tien meest opmerkelijke ontwikkelingen van 2015 op een rij gezet. Wat de vijf opmerkelijkste ontwikkelingen zijn, leest u hier. 

Dit is een vervolg op het artikel 'de 10 meest opmerkelijke ontwikkelingen in onderwijs'.

5. Kamer onder fel protest akkoord met rekentoets

De rekentoets bestaat al een jaar voor leerlingen uit het voortgezet onderwijs. Staatssecretaris Dekker wil de toets echter gaan koppelen aan het diploma. Alle leerlingen in het voortgezet onderwijs en mbo, zo stelt hij voor, moeten vanaf volgend jaar een voldoende halen voor de rekentoets om te kunnen slagen voor het examen. De verplichte rekentoets is het antwoord van het ministerie van Onderwijs op de veelgehoorde klacht van instellingen voor vervolgonderwijs en het bedrijfsleven dat het rekenniveau van veel jongeren te laag is. 
 
De plannen stuiten op felle kritiek. Tegenstanders zijn bang dat de toets te hoog gegrepen is voor leerlingen die jarenlang ondermaats rekenonderwijs hebben gehad. De vrees is dat veel leerlingen een diploma mislopen omdat ze zakken voor het rekenexamen, terwijl ze voor alle andere vakken goed scoren. 
 
Na fel debat in de Kamer, weet Dekker een meerderheid van de Kamer de overtuigen van zijn plannen. Na lang aarzelen ging de PvdA op het laatste moment nog overstag.

4. Leenstelsel ingevoerd, bindend studieadvies niet

In januari stemt de Eerste Kamer in met de invoering van een sociaal leenstelsel. Vanaf augustus 2015 wordt de basisbeurs afgeschaft en studenten kunnen voortaan alleen nog lenen. De aanvullende beurs blijft wel bestaan. Door de afschaffing van de basisbeurs verschuift een belangrijk deel van het budget van inkomensondersteuning van studenten naar kwaliteit van onderwijs. In totaal komt er een bedrag oplopend tot maximaal 1 miljard euro vrij om te investeren in het hoger onderwijs, aldus Bussemaker. In juni zet de Vereniging van Universiteiten (VNSU) echter kanttekeningen bij het bedrag dat de minister genoemd heeft. Uit de cijfers van de VSNU blijkt dat de beloofde 20 procent extra investering via het studievoorschot niet gehaald gaat worden. Ook de Vereniging Hogescholen stelt dat het niet daadwerkelijk om 1 miljard euro gaat.    

In dezelfde periode ontstaat er ophef over het bindend studieadvies (BSA). Veel opleidingen hanteren momenteel de regeling dat studenten die aan het einde van hun eerste jaar geen bindend studieadvies krijgen, van de opleiding afgestuurd mogen worden. De regeling moet voorkomen dat niet-presterende studenten, ofwel studenten die niet genoeg studiepunten halen, op de opleiding blijven. Er is echter op enkele hogescholen en universiteiten een experiment gestart om ook het bindend studieadvies in het tweede en derde studiejaar te hanteren. Er ontstaat een discussie over de invoering van het bindend studieadvies in zowel het eerste, tweede en derde jaar. In juli wordt echter definitief besloten dat het bindend studieadvies niet ingevoerd zal worden in het tweede en derde studiejaar. De studenten, zo legt PvdA-Tweede Kamerlid Mohammed Mohandis uit, “moeten vanwege het nieuwe studieleenstelsel juist meer dan voorheen investeren en dan is het niet goed dat ze die investering later alsnog kwijt kunnen raken. Want ze mogen dan niet verder studeren en halen dus ook geen diploma.” 

3. Ernstig meervoudig beperkte leerlingen en passend onderwijs 

De invoering van het passend onderwijs blijkt een tijd lang voor een groep leerlingen met een combinatie van verstandelijke en lichamelijke of psychiatrische beperkingen meer problemen op te leveren dan te verhelpen. In de praktijk is namelijk vaak niet duidelijk wie de intensieve zorg en begeleiding die deze ernstig meervoudig beperkte (EMB-) leerlingen in de klas nodig hebben moet betalen. Ook zijn er problemen omtrent de plaatsing van de leerlingen. Volgens sectororganisaties bestaat bij EMB-leerlingen echter geen twijfel dat de kinderen in aanmerking dienen te komen voor de zwaarste vorm van ondersteuning binnen het passend onderwijs. De organisaties willen daarom dat de toelaatbaarheid van deze kinderen tot het speciaal onderwijs niet telkens uitvoerig beoordeeld moet worden. 
 
Een pakket van maatregelen volgt. Zo wordt er een regeling in het leven geroepen die de aanvullende bekostiging van deze leerlingen regelt. Daarnaast worden er onderwijszorgconsulenten geïntroduceerd. Ouders van EMB-leerlingen en scholen kunnen een beroep op deze consulenten doen wanneer er onenigheid is tussen de twee partijen. Daarnaast komt er één formulier waarmee voor EMB-leerlingen een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal onderwijs aan te vragen is. 

2. Toekomst ROC Leiden aan zijden draadje

Onverantwoorde vastgoedtransacties en hoge huisvestingskosten leiden ertoe dat het ROC Leiden met flinke geldzorgen te maken krijgt. Bij de verwerving van de twee nieuwbouwpanden bij station Leiden CS en station Lammenschans heeft het bestuur zich 'onverantwoord en onwenselijk' gedragen, aldus Bussemaker. 
 
Een faillissement dreigt. Om dit af te wenden wordt in februari een studentenstop aangekondigd voor een aantal opleidingen. Ook wordt het idee overwogen om het ID College de onderwijsverplichtingen van ROC Leiden over te laten nemen. De financiële druk die dan op het ID College zou komen te staan is echter zodanig, dat van dit plan wordt afgezien. 
 
In mei laat minister Bussemaker weten bereid te zijn tot een geldinjectie van 40 miljoen euro. Met dit bedrag moet het ROC in staat zijn om zelfstandig verder te gaan. Dit geld is nadrukkelijk alleen bedoeld om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. De VVD, PVV en CDA zijn niet gecharmeerd van het plan. Daarop komt Bussemaker met het plan voor een gecontroleerde ontmanteling van de onderwijsinstelling. De toekomst van het ROC hangt aan een zijden draadje. Na lang aarzelen stemt de SP uiteindelijk voor dit plan en de onderwijsinstelling wordt gered. Het ROC krijgt in eerste instantie 18 miljoen euro. Dit is wat de instelling nodig heeft om tot 1 juli te kunnen blijven bestaan. Het resterende bedrag van 22 miljoen wordt pas uitgekeerd als de school aan bepaalde voorwaarden voldoet. 

1. Bezetting Universiteit van Amsterdam 

Roerige tijden uit de jaren '60 herleven in Amsterdam begin dit jaar. Studenten bezetten maandenlang eerst het Bungehuis en daarna het Maagdenhuis van de Universiteit van Amsterdam (UvA), uit onvrede over de geplande bezuinigingen. De studenten zijn het niet eens met het beleid van de universiteit. Er wordt niet geluisterd naar de mening van studenten en besluiten worden over de rug van studenten en medewerkers genomen, zo is de aanklacht. Ook zijn de studenten fel gekant tegen de bezuinigingen die de universiteit wil doorvoeren waardoor kleine (taal-)studies dreigen te verdwijnen. Een groep docenten van de UvA, die zich Rethink UvA noemt, schaart zich achter de bezetters. Ook andere universiteiten worden aangestoken met het protestvirus. Op last van de rechter wordt uiteindelijk de ME ingezet om de actievoerders uit het pand te verwijderen. Hiermee komt een eind aan de bezetting. De schade bedraagt alles bij elkaar zo'n zeven ton. Het bestuur van de UvA ziet zich genoodzaakt te vertrekken
 
Vanuit de politiek wordt welwillend op de studenten gereageerd. Twee weken na de ontruiming van het Maagdenhuis gaat minister Jet Bussemaker in gesprek met de studenten. Ze belooft ervoor te gaan zorgen dat studenten en docenten meer inspraak krijgen op universiteiten, bijvoorbeeld over de benoeming van bestuurders. 
 
© Nationale Onderwijsgids / Laetitia Guchelaar