Logo_onderwijs2032

Nieuwe, duidelijke keuzes in het onderwijs zijn noodzakelijk om ervoor te zorgen dat kinderen goed deel kunnen nemen aan de 21e eeuw. Het onderwijs van de toekomst is onderwijs waarin leerlingen werken aan hun persoonlijke ontwikkeling en waarin, naast een vaste kern van kennis en vaardigheden, ruimte is voor verdieping en verbreding op basis van hun capaciteiten en interesses. Dat is de essentie van het voorstel van Platform Onderwijs2032, dat voorzitter Paul Schnabel op 1 oktober in Utrecht presenteert.

Taal en rekenen (wiskunde) blijft voor alle leerlingen essentieel. Er moet wel meer aandacht komen voor het gebruik ervan in de praktijk, zoals het schrijven van een sollicitatiebrief, het omgaan met geld of het lezen van statistieken. Engels is als wereldtaal onmisbaar. Leerlingen in groep 1 van het basisonderwijs moeten er al mee beginnen. Dan hebben ze allemaal een goed niveau als ze starten op de middelbare school. Mediawijsheid, informatie vinden, verwerken en creëren zijn de digitale vaardigheden die thuis horen in de kern van het onderwijs.  Het Platform vindt dat de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen én maatschappelijke en sociale vaardigheden (‘burgerschap’) een prominentere plek in het onderwijs moeten krijgen. Leerlingen moeten zich kunnen ontplooien, kennis hebben van de samenleving waarin ze leven en weten hoe ze daaraan kunnen bijdragen. Het Platform wil dat de school de nieuwsgierigheid en de creativiteit van leerlingen stimuleert en vindt beweging en expressie van groot belang.

Leren over de grenzen van de vakken heen
Het Platform adviseert maatschappelijke thema’s en de ontwikkeling en de vragen van leerlingen als leidraad voor het onderwijs te nemen. Vakken zijn niet langer het uitgangspunt. Het onderwijs biedt daarom een vaste kern van essentiële kennis over drie ‘vlakken’: natuur & technologie, mens & maatschappij en taal & cultuur. Door leerstof over de grenzen van vakken heen aan te bieden ontstaat er een samenhangend onderwijsaanbod waarin verschillende disciplines voor leerlingen logisch bij elkaar komen.

Sleutelpositie voor de leraar
Leraren hebben een sleutelpositie in het onderwijs van de toekomst omdat zij het onderwijs dagelijks ‘maken’. Ze zijn eigenaar van de onderwijsinhoud en geven er wat het Platform betreft zowel individueel als met hun team vorm aan. Dat willen ze ook graag maar daar moeten ze wel voor worden toegerust en duidelijke kaders krijgen. Hun leerstof kunnen ze naar eigen inzicht en passend bij hun leerlingen verdiepen en verbreden. Dat betekent dat de huidige kerndoelen en eindtermen moeten worden aangepast in lijn met het advies van het Platform. Dat geldt ook voor toetsing en examinering.

Het advies is een denkrichting over de inhoud van het onderwijs van de toekomst. De komende zes weken gebruikt het Platform om het advies en de voorgestelde keuzes te toetsen bij leraren, leerlingen, schoolleiders, ouders, ondernemers, bestuurders en maatschappelijke en culturele organisaties. Dat moet aan het einde van dit jaar leiden tot een breed gedragen advies aan het kabinet. 

© Nationale Onderwijsgids