Normal_mbo_minister_bussemaker_1

De Onderwijsraad stelde in 2014 in een rapport dat de commissie Dijsselbloem, die in 2017 het vertrouwen tussen onderwijsveld en politiek wilde herstellen, maar mondjesmaat geslaagd is in die missie. Minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker van Onderwijs willen daarom nu in discussie met het onderwijsveld en de Tweede Kamer over hoe de overheid zich bij het maken van beleid meer tot de hoofdlijnen kan beperken zonder haar stelselverantwoordelijkheid uit het oog te verliezen. Dat meldt de PO-Raad.

De overheid zou zich moeten richten op haar kerntaken, stelt de Onderwijsraad, dan zou het doel alsnog bereikt kunnen worden. Volgens de Raad zouden politici en beleidsmakers zich moeten richten op de lange termijn en niet bang zijn in te grijpen in het onderwijsstelsel. “Het mantra van de commissie Dijsselbloem die stelde dat de overheid over het 'wat' hoorde te gaan en het onderwijsveld over het 'hoe', kan daarmee worden losgelaten, omdat dit 'geen goed richtsnoer' is gebleken”, aldus de Onderwijsraad.

De bewindslieden geven aan het belangrijk te vinden om samen met het onderwijsveld te werken aan gedeelde ambities voor de lange termijn, zo zouden krachtigere keuzes gemaakt worden op de hoofdlijnen. Ook zou dit zorgen voor goede verhoudingen met het veld. Met het Nationaal Onderwijsakkoord en de Lerarenagenda zijn volgens de bewindslieden de eerste stappen gezet. De Onderwijsraad is van mening dat de overheid in gesprek moet treden met het veld, maar uiteindelijk wel een koers moet kiezen. “We zien het als onze verantwoordelijkheid om met het veld in contact te blijven over de uitwerking van beleid in de klas”, aldus Bussemaker en Dekker.

© Nationale Onderwijsgids