Normal_gepest_buitenstaander_pesten

Een multidisciplinair consortium van onderzoekers onder leiding van Bram Orobio de Castro van Universiteit Utrecht, start in mei dit jaar met het wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van tien anti-pestprogramma’s. Het onderzoek is een belangrijk onderdeel van het plan van aanpak tegen pesten van staatssecretaris Dekker van Onderwijs en de Kinderombudsman. Dit meldt het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO).

In het consortium is expertise gebundeld op het gebied van pesten, sociale relaties in de klas en effectiviteit van interventies. Het is een samenwerking van acht Nederlandse hoogleraren en hun collega’s, werkzaam aan vier universiteiten en twee kennisinstellingen.

Aan het onderzoek nemen zo’n 750 basisschoolklassen, verspreid over het hele land, deel. “Een deel van deze klassen krijgt direct bij aanvang van het onderzoek één van de programma’s toegewezen. Een ander deel zal pas een jaar later beginnen met een anti-pestprogramma. Op deze wijze kunnen we het best nagaan of een programma al dan niet effectief is”, legt Orobio de Castro uit. Het onderzoek zal lopen tot maart 2017.

Het gebruik en de effectiviteit van anti-pestprogramma’s staat de laatste tijd nadrukkelijk in de belangstelling. De Commissie Anti-pestprogramma’s beoordeelde in 2014 61 anti-pestprogramma’s. Hiervan werden er negen voorlopig goedgekeurd en hebben er vier potentie. Van deze dertien anti-pestprogramma’s laat het NRO er nu, op verzoek van het ministerie van Onderwijs, tien nader onderzoeken op de empirische onderbouwing. Op de call for proposals ‘Effecten van anti-pestprogramma’s’ ontving het NRO onderzoeksvoorstellen van in totaal drie consortia.

© Nationale Onderwijsgids