Logo_logo

Drie beroepsverenigingen, waaronder de Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO), hebben een nieuwe richtlijn voor beroepsprofessionals opgesteld om problemen bij kinderen van ouders met psychische problemen (KOPP) snel op te sporen. Deze nieuwe richtlijn moet ervoor zorgen dat ernstige problemen voorkomen worden. Dat meldt het Nederlands Jeugdinstituut (NJI).

Deze richtlijn geeft jeugdprofessionals zoals psychologen, pedagogen en jeugdzorgwerkers aanbevelingen over het inschatten van de aard en de ernst van de problematiek. Dit is van belang, omdat kinderen van ouders met psychische problemen, ook wel KOPP-kinderen genoemd, een grotere kans hebben om psychische problemen te ontwikkelen dan kinderen die opgroeien bij psychisch gezonde ouders. Een groot deel groeit zonder noemenswaardige problemen op, maar bij jeugdigen en gezinnen die wel een verhoogd risico lopen is het van belang om dit vroeg op te sporen en vervolgens hulp te bieden.
 
Nederland telt ongeveer 400.000 ouders met psychische problemen, gezamenlijk hebben zij meer dan 500.000 kinderen. Als een kind KOPP-problematiek dreigt te ontwikkelen, dan bevat de richtlijn een overzicht van adviezen die gericht zijn op alle betrokkenen. Of er daadwerkelijk problematiek ontstaat, hangt af van de aanwezigheid van een aantal risico- en beschermingsfactoren.
 
De richtlijn is ontwikkeld door het Nederlands Instituut voor Psychologen (NIP), de Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO) en de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW). De ontwikkeling en invoering van de richtlijn worden gesubsidieerd door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Klik hier om de richtlijn in te zien. 
 
© Nationale Onderwijsgids