Het CBS publiceerde donderdag haar onderzoek naar de baankansen voor jongeren tussen de 15 en 27 jaar. Hieruit blijkt dat 87 procent van de vrouwen met een technische hbo-opleiding of hoger werk had gevonden. In de andere onderwijscategorieën (die het CBS hanteerde in het onderzoek) lagen deze percentages hoger. Voor mannen is het omgekeerde juist waar. 94 procent van de mannen die een hogere technische opleiding hebben, had werk gevonden. Dit percentage is hoger dan in de andere onderwijscategorieën, aldus het CBS. 

 

De precieze oorzaak voor het verschil is niet duidelijk. Arbeidseconoom Ronald Dekker oppert dat de verschillen misschien te verklaren zijn doordat 'vrouwen vaak voor andere soorten technische opleidingen kiezen dan mannen.'  Onder de vrouwen zijn minder 'harde' technische studies populairder, zoals bouwkunde of industrieel ontwerp, aldus Dekker. 'Daar zijn op dit moment niet bijzonder veel banen, vooral nu het in de bouw zo slecht gaat.' De mannen kiezen echter meer voor harde opleidingen, zoals technische informatica of natuurkunde. Dit zijn zware bèta-opleidingen en hiermee kun je makkelijker aan de slag. 'En daar moet je de vrouwen nog steeds met een lantaarntje zoeken', aldus de econoom.

 

De fulltimecultuur die in de technische sector gehanteerd wordt, zou ook een probleem kunnen zijn voor vrouwen, zo oppert een woordvoerder van het CBS.  'Uit recente onderzoeken komt naar voren dat vrouwen worden afgeschrikt door de fulltimecultuur en dat ze snel weer uitstromen naar een andere sector.' Deze bewering wordt gefundeerd door bijvoorbeeld het aantal vrouwen dat werkt in de onderwijssector, een sector met veel parttimebanen. 96 procent van de hoogopgeleide vrouwen die een onderwijsgerichte opleiding hebben gedaan, is aan het werk, aldus het CBS.