Normal_p9xzzvse

Klaslokalen zonder computer zijn in Nederland vrijwel niet meer te vinden. Klaslokalen zijn tegenwoordig verbonden met het internet. Sommige scholen gaan verder en willen werken ‘in the cloud’. De digitale mogelijkheden zijn kortom eindeloos geworden. Elke docent kan gebruik maken van ongekende nieuwe digitale mogelijkheden. Tegelijkertijd is dit een beklemmende rijkdom. Want wat doe je met al die nieuwe opties en kansen? Marijn van den Dool van KPC Groep over koudwatervrees, het nut van digitale tools en digitale didactiek.

Door Marijn van den Dool

Als adviseur ICT & Leren zie ik dat de kraan van het internet maar mondjesmaat wordt opengezet en koudwatervrees nog vaak overheerst onder docenten. En inderdaad: je kunt je heel legitiem afvragen of een klaslokaal wel behoefte heeft aan eindeloze kennisbronnen. ‘We deden het eerder ook zonder en dat werkte toch ook? We hebben de beschikking over onderwijsmethodes en die voorzien meer dan volledig in bruikbaar onderwijskundig materiaal, compleet met docentenhandleiding en aan de hand van vastgestelde eindtermen en criteria. Het Internet doet dat niet.’

Een onderwijsmethode biedt inderdaad een veilige route door de lesstof heen. Maar daagt ook allerminst uit om op zoek te gaan naar andere mogelijkheden om lesstof aan te bieden. De methode is in grote mate zowel kennisbron als werkvorm.

Inhoud bepaalt de vorm
Vanuit mijn vroegere praktijkervaringen als docent weet ik dat specifieke onderwerpen om specifieke didactiek vragen. De inhoud bepaalt de vorm, niet andersom. In mijn docentenopleiding is mij destijds geleerd om te werken aan de hand van (les)doelen om te voorkomen dat een les doelloos. Dat klinkt niet alleen vervelend (‘doelloze’ les) het werkt ook in de hand dat verveling toeslaat bij de leerling. Een voorbeeld. Wat nogal eens voorkomt is het doelloos inzetten van digitale werkvormen. Bijvoorbeeld in de vorm van Kahoot! quizzen. Wanneer leerlingen veel in aanraking komen met zulke werkvormen ontstaat een ‘nieuwe saaiheid’. Er zijn collega’s die daarom afhaken.

Het kan echt anders en effectiever! Digitale werkvormen inzetten, doelgericht en in relatie met specifieke onderwijsinhoud, is een werkwijze met hoog rendement. Dat is uitgebreid onderzocht (TPACK), maar in de klas zie je dat ook aan de werkattitude van de leerlingen.

Even terug naar mijn voorbeeld. Een digitale tool als Kahoot! kun je op verschillende manieren en tijden in de les inzetten. Het doel is dan telkens anders en daarmee de relevantie in het onderwijsproces. Bijvoorbeeld aan het begin van de les, als meting van voorkennis, in het midden, om te bepalen wie er extra hulp nodig heeft, aan het einde van de les, ter evaluatie van de les. En zo er zijn er nog veel meer toepassingen denkbaar. Andere applicaties die ook veel zie voorkomen in het VO:

Socrative - kennisquizzen maken
Officemix - instructiefilmen in powerpoint
Padlet - gedeeld prikbord voor een klas

Digitale didactiek
Mijn constatering is dat al deze digitale tools pas echt nuttig zijn en een waardevolle bijdrage aan interessante lessen bieden als docenten thuis zijn in digitale didactiek. De uitdaging is om digitale applicaties doelgericht in te zetten en als docent vindingrijk en creatief om te gaan met nieuwe digitale mogelijkheden. Wie aan het nut en de voordelen hiervan twijfelt, neem nog eens kennis van de publicatie van Robert-Jan Simons over de vergelijking tussen digitale didactiek en ‘conventionele’ didactiek (Simons 2003). Hij onderscheidt zeven begrippen waarin hij die voordelen onder woorden brengt: relaties leggen en onderhouden, creëren van nieuwe kennis, naar buiten brengen en delen van kennis, transparant maken van gedachten samenwerking, leren leren, competenties centraal stellen en flexibiliteit verhogen. Heel interessant leesvoer om 2016 mee te starten!

Meer weten over doelgerichte digitale didactiek en de toepassing van ICT- hulpmiddelen? Neem dan contact op met Marijn van den Dool, KPC-adviseur VO (was eerder werkzaam als docent biologie en schoolleider in het VO) via m.vandendool@kpcgroep.nl of 06 - 53 35 76 46.

© Nationale Onderwijsgids