Normal_copyright_stockfreeimages_huiswerk_studie_lezen_leren_leerling

Kinderen die op de basisschool meer boeken hebben om uit te kiezen, lezen meer en worden betere lezers. Ook hun Cito-resultaten voor begrijpend lezen liggen hoger. Dat blijkt uit onderzoek van pedagoog Thijs Nielen, die op 26 januari is gepromoveerd aan de Universiteit Leiden.

In zijn promotieonderzoek 'Aliteracy: Causes and solutions’ vergeleek Nielen een groep scholen die meedoet aan het programma 'De Bibliotheek op school' met scholen die niet meedoen. Het belangrijkste verschil is dat scholen die meedoen aan het programma meer boeken aanbieden en meer aandacht besteden aan hun collectie. Ook de Cito-scores op begrijpend lezen gaan sterk vooruit door het programma. Dit effect komt tot stand doordat de leerlingen meer lezen. 
 
Nielen wijst ook op de noodzaak van meer begeleiding van jonge lezers. Goed leren lezen in de eerste drie leerjaren is geen voldoende voorwaarde om een goede lezer te blijven. Als in de bovenbouw van de basisschool en in het middelbaar onderwijs de ondersteuning wegvalt, verliezen sommigen interesse, motivatie en vervolgens ook leesvaardigheid. Zij kunnen zelfs angst voor lezen of 'leesweerstand' ontwikkelen. Blijvende ondersteuning is daarom geboden. Verwacht wordt dat binnenkort grote collecties boeken digitaal beschikbaar komen voor scholen. Het e-boekenportaal van Bibliotheek.nl is daarvan een voorbeeld. Dat biedt nieuwe ondersteuningsmogelijkheden. 
 
'De Bibliotheek op school' is onderdeel van Kunst van Lezen, het leesbevorderingsprogramma van het ministerie van Onderwijs. Inmiddels doen zo'n 2500 basisscholen in Nederland mee. Het project bereikt daarmee ruim een derde van alle basisschoolleerlingen: 555.000 van de 1.457.000.
 
© Nationale Onderwijsgids