Normal_10974

ASSEN (ANP) - In de provincie Drenthe zal het aantal kinderen dat naar de basisschool gaat binnen 10 jaar gemiddeld met 13 procent dalen, in enkele gemeenten zelfs met 30 procent. Dat blijkt dinsdag uit het rapport Krimpen met perspectief van het adviesbureau STAMM.

Als er niets gebeurt, zal het aantal scholen met minder dan 80 leerlingen (de ondergrens) snel toenemen. In 2020 komen dan bijna twee op de vijf scholen in de provincie in de gevarenzone terecht. Concreet gaat het om een daling van ruim 6500 kinderen.

Dat stelt het basisonderwijs voor grote vraagstukken, met name op het gebied van financiën en onderwijskwaliteit, aldus het onderzoeksbureau. Om goed onderwijs bereikbaar te houden voor alle kinderen in krimpregio’s, moeten schoolbesturen en gemeenten snel in actie komen en gezamenlijk op zoek gaan naar oplossingen.

De gevolgen van krimp op het basisonderwijs zijn groot, concludeert STAMM. Minder leerlingen betekent minder inkomsten - terwijl de kosten voor huisvesting en personeel grotendeels gelijk blijven. Minstens zo belangrijk is het effect van krimp op de onderwijskwaliteit.

De Onderwijsinspectie signaleert al jaren dat kleine scholen vaker zwak scoren. Dat heeft onder meer te maken met de hoge werkdruk voor het personeel, het feit dat kinderen op een kleine school met veel leerjaren in een combinatieklas zitten en dat zij weinig leeftijdsgenoten hebben.

"Er komen in de toekomst wellicht minder scholen in Drenthe, maar als het proces in goede banen wordt geleid, kunnen dit wel betere scholen worden", constateren de onderzoekers.

Sluiting van een dorpsschool stuit vaak op verzet; inwoners zijn bang dat een dorp zonder school minder leefbaar wordt, aldus STAMM. Maar het onderzoek toont volgens het bureau ook aan dat er geen direct verband is: de aanwezigheid van een school in een dorp is geen voorwaarde voor leefbaarheid, zolang er maar een plek is waar inwoners elkaar kunnen ontmoeten.